4.1
Waren er, gedurende de afgelopen 30 dagen, gewrichtsgeluiden bij het bewegen of gebruiken van uw onderkaak?
4.2
Heeft uw onderkaak ooit “op slot” of vastgezeten, zelfs al was het maar heel even, waardoor uw mond niet VOLLEDIG open kon?
4.3
Was het ‘op slot’ of vastzitten van de kaak zo erg dat u een beperkte mondopening had en minder goed kon eten?
4.4
Heeft uw onderkaak gedurende de afgelopen 30 dagen “op slot” gezeten waardoor u uw mond niet VOLLEDIG kon openen, al was het maar heel even, om vervolgens los te komen zodat u wel VOLLEDIG kon openen?
4.5
Zit uw onderkaak op dit moment “op slot” of is de beweging beperkt waardoor uw mond niet VOLLEDIG open kan
4.6
Heeft uw onderkaak gedurende de afgelopen 30 dagen “op slot” of vastgezeten, al was het maar heel even, als u uw mond wijd opende, waardoor u uw mond niet kon sluiten vanuit deze wijd geopende positie?
4.7
Gedurende de afgelopen 30 dagen, als uw onderkaak bij wijd geopende mond “op slot” of vast zat, moest u dan iets doen om de mond weer te kunnen sluiten, zoals rusten, bewegen, duwen of manoeuvreren?
ja/nee
1: ja
0: nee