Denkt u bij het beantwoorden van deze vragen aan symptomen en problemen van uw knie gedurende de afgelopen week.
1.1
Was uw knie gezwollen?
1.2
Heeft u een knarsend gevoel in uw knie, klikkende of andere geluiden uit uw knie gehoord?
1.3
Gebeurde het dat uw knie even vast bleef steken of helemaal op slot zat?
1.4
Kon u uw knie helemaal strekken?
1.5
Kon u uw knie helemaal buigen?
1.6
Hoe ernstig was de gewrichtsstijfheid van de knie 's morgens direct na het wakker worden?
1.7
Hoe ernstig was de gewrichtsstijfheid van de knie later op de dag, na zitten liggen of rusten?
2.1
Hoe vaak heeft u pijn aan uw knie?
Welke mate van kniepijn heeft u de afgelopen week ervaren tijdens de volgende activiteiten?
2.2
Draaien op een belaste knie
2.3
De knie helemaal strekken
2.4
De knie helemaal buigen
2.5
Lopen op een vlakke ondergrond
2.6
Trap oplopen of aflopen
2.7
's Nachts in bed
2.8
Zitten of liggen
2.9
Rechtop staan
Onderstaande vragen betreffen uw dagelijks functioneren. Wilt u voor elk van de onderstaande activiteiten aangeven hoeveel moeite u de afgelopen week heeft ervaren tijdens deze activiteiten vanwege uw knie.
3.1
Trap aflopen
3.2
Trap oplopen
3.3
Opstaan vanuit een stoel
3.4
Staan
3.5
Bukken naar de grond/iets oppakken van de grond
3.6
Lopen op een vlakke ondergrond
3.7
Instappen / uitstappen uit een auto
3.8
Winkelen
3.9
Sokken / kousen aantrekken
3.10
Opstaan vanuit bed
3.11
Sokken / kousen uittrekken
3.12
In bed liggen
3.13
In / uit bad gaan
3.14
Zitten
3.15
Gaan zitten / opstaan van het toilet
3.16
Zware huishoudelijke activiteiten (zware dozen tillen, de vloer schrobben etc)
3.17
Lichte huishoudelijke werkzaamheden (koken, stoffen etc)
De volgende vragen gaan over uw lichamelijke functioneren tijdens recreatieve/ sportieve activiteiten. Geef aan hoeveel moeite u heeft ervaren op grond van uw knieklachten in de afgelopen week bij de volgende activiteiten
4.1
Op uw hurken zitten
4.2
Hardlopen
4.3
Springen
4.4
Draaien op een belaste knie
4.5
Knielen
5.1
Heeft u uw manier van leven veranderd om uw knie te ontzien?
5.2
In welke mate kunt u op uw knie vertrouwen?
5.3
Hoe groot zijn uw problemen met de knie in het algemeen?
5.4
Hoe vaak wordt u aan uw knie herinnerd?
KOOS nooit - voortdurend
0: Nooit
1: Zelden
2: Soms
3: Vaak
4: Voortdurend
KOOS voortdurend - nooit
0: Voortdurend
1: Vaak
2: Soms
3: Zelden
4: Nooit
KOOS geen - erg veel
0: Geen
1: Gering
2: Matig
3: Veel
4: Erg veel
KOOS nooit -maand/week/dag- altijd
0: Nooit
1: Elke maand
2: Elke week
3: Elke dag
4: Altijd
KOOS totaal niet - totaal
0: Totaal niet
1: Iets
2: Matig
3: Grotendeels
4: Totaal
KOOS totaal - totaal niet
0: Totaal
1: Grotendeels
2: Matig
3: Iets
4: Totaal niet
KOOS Geen - Zeer groot
0: Geen
1: Gering
2: Matig
3: Groot
4: Zeer groot