3. Ik noem nu drie voorwerpen. Wilt u die herhalen, nadat ik ze alle drie heb gezegd? Onthoud ze, want ik vraag u over enkele minuten ze opnieuw te noemen. Appel, Sleutel, Tafel (max 5 keer herhalen totdat de patiƫnt ze weet, punten na eerste keer)
8.12
4. Wilt u van de 100, 7 aftrekken en van wat overblijft weer 7 aftrekken en zo door gaan tot ik stop zeg
8.13
5. Noemt u nogmaals de drie voorwerpen van zojuist.
8.14
6. Wat is dit? (wijs naar pen), En wat is dat? (wijs naar horloge)
8.15
7. Wilt u de volgende zin herhalen:"Nu eens dit en dan weer dat"
8.16
8. Wilt u deze woorden lezen en dan doen wat er staat? (bordje sluit uw ogen)
8.17
9. Wilt u dit papiertje pakken met uw rechterhand, het dubbelvouwen en het op uw schoot leggen?
8.18
10. Wilt u voor mij een volledige zin opschrijven op dit stuk papier?
8.19
11. Wilt u deze figuur natekenen? (Laat figuur van de twee vijfhoeken zien)