Was the QUEST filled in on paper?

Date

Hoe zou u in het algemeen uw algehele gezondheid beoordelen? (0 = zeer slechte gezondheid, 100 = uitstekende/perfecte gezondheid)

Over het geheel genomen, hoe zou u uw kwaliteit van leven beoordelen? (0 = zeer slechte gezondheid, 100 = uitstekende/perfecte gezondheid)

Heeft uw tremor de afgelopen maand uw seksuele bevrediging in de weg gestaan?

Hebt u de afgelopen maand bijwerkingen ervaren van geneesmiddelen voor uw tremor?

Was u de afgelopen maand tevreden over de tremorbeheersing bereikt door uw geneesmiddelen?

Welke omschrijving komt het meest overeen met uw werkstatus?

Hoeveel van de uren die u wakker bent, heeft u tremor in een lichaamsdeel op een typische dag?

1. Hoofd

2. Stem

3. Rechterarm/-hand

4. Linkerarm/-hand

5. Rechterbeen/-voet

6. Linkerbeen/-voet

1. Mijn tremor verstoort mijn vermogen om met anderen te communiceren.

2. Mijn tremor verstoort mijn vermogen om met anderen gesprekken gaande te houden.

3. Het is moeilijk voor anderen om mijn spraak te begrijpen wegens mijn tremor.

4. Mijn tremor verstoort mijn werk of beroep.

5. Ik heb van werk moeten veranderen wegens mijn tremor.

6. Ik moest met pensioen of met vervroegd pensioen wegens mijn tremor.

7. Ik werk alleen deeltijd wegens mijn tremor.

8. Ik heb bijzondere hulpmiddelen of voorzieningen moeten gebruiken om mijn werk te kunnen blijven doen vanwege mijn tremor.

9. Mijn tremor heeft geleid tot financiële problemen of zorgen.

10. Ik heb mijn interesse in mijn hobby’s verloren wegens mijn tremor.

11. Ik ben gestopt met sommige van mijn hobby’s wegens mijn tremor.

12. Ik ben van hobby moeten veranderen of heb nieuwe hobby’s moeten ontwikkelen wegens mijn tremor.

13. Mijn tremor verstoort mijn vermogen om te schrijven (bijvoorbeeld het schrijven van brieven, het invullen van formulieren).

14. Mijn tremor verstoort mijn vermogen om een typemachine of computer te gebruiken.

15. Mijn tremor verstoort mijn vermogen om de telefoon te gebruiken (bijvoorbeeld het intoetsen van een nummer, het vasthouden van de telefoon).

16. Mijn tremor verstoort mijn vermogen om kleine dingen in het huis te herstellen (bijvoorbeeld lampen vervangen, klein loodgieterswerk, herstellen van huishoudelijke apparaten, herstellen van gebroken voorwerpen).

17. Mijn tremor hindert me bij het kleden (bijvoorbeeld dichtknopen, ritsen, schoenen strikken).

18. Mijn tremor hindert me bij het poetsen of flossen van mijn tanden.

19. Mijn tremor hindert me bij het eten (bijvoorbeeld voedsel naar de mond brengen, morsen).

20. Mijn tremor hindert me bij het drinken van vloeistoffen (bijvoorbeeld naar de mond brengen, morsen, gieten).

21. Mijn tremor hindert me bij het lezen of het vasthouden van leesmateriaal.

22. Mijn tremor hindert me bij mijn relaties met anderen (bijvoorbeeld mijn familie, vrienden, collega’s).

23. Mijn tremor geeft me een negatief gevoel over mezelf.

24. Ik schaam me voor mijn tremor.

25. Ik ben depressief wegens mijn tremor.

26. Ik voel me geïsoleerd of eenzaam wegens mijn tremor.

27. Ik maak me zorgen over de toekomst vanwege mijn tremor.

28. Ik ben nerveus of angstig.

29. Ik gebruik vaker alcohol dan ik zou willen wegens mijn tremor.

30. Ik heb moeite om me te concentreren wegens mijn tremor.